Een macht groter dan wijzelf.

 

Ik heb er moeite mee om te accepteren dat er machten groter zijn dan ikzelf. Ik ben nogal rationeel ingesteld en ik kan de vraag of er machten groter dan ikzelf zijn niet beantwoorden. Er zitten 3 belangrijke begrippen in de vraag, namelijk: macht, ikzelf en groter dan. Over machten is moeilijk te zeggen of ze bestaan, want ik weet niet wat het is. Er is genoeg bewijs dat ze wel bestaan, maar het is niet uitgesloten dat het niet iets anders kan zijn. Dat ikzelf besta weet ik wel, want ik denk en hetgeen wat denkt ben ik, dus ik besta. Het is alleen onduidelijk wat de omvang van ikzelf is, want in hoeverre heb ik een keuze over mijn eigen gedachtes? Dus het bestaan en de omvang van machten is onduidelijk plus de omvang van ikzelf, dus of het 1 groter is dan ikzelf kan ik niet beantwoorden. Het woord macht vind ik ook niet prettig klinken, omdat het in mijn belevenis suggereert dat er iets is dat macht over me heeft. En dat was de verslaving ook en daar stond ik machteloos tegenover. Maar is de verslaving een macht, of was ik het gewoon zelf, of was het een ziekte die mijn gedachtes corrupt maakte? Of ben ik niet nederig genoeg om te accepteren dat er iets is wat groter is dan ikzelf? Er zijn heel veel dingen die ik niet weet, maar het zijn allemaal vragen die ik fellows nooit hoor stellen.

Ik merk ook dat als ik het simpel houdt ik best bereidt ben een Hogere macht te accepteren. En ik zie ook wel dat het werkt en dat het er is. Het is alleen de vraagstelling van het werkboek die me ertoe brengt de dingen te ontleden en dan ga ik steeds meer vragen stellen en kom ik er nooit uit. Dat is ook helemaal niet het doel van stap 2. Ook de vraag welke dingen er krachtiger zijn dan ikzelf kan ik niet beantwoorden. Ik denk ook dat de weerstand hem zit in de nederigheid, omdat ik een waardeoordeel verbind aan mezelf op het moment dat ik accepteer dat er dingen groter zijn dan ikzelf. Of eigenlijk is het meer dat ik de regie over mijn eigen leven in handen geef aan iets of iemand anders. Ik vertrouw het in bedwang houden van mijn verslaving niet aan iets of iemand anders toe. Het is een gevecht dat ik telkens lever en ik maak telkens de keuze om er niet aan toe te geven. Ik wil de keuzes bij mezelf houden. Ik weet dat ik het niet alleen kan en ik vraag vaak om hulp, ik luister naar suggesties, ik merk dat er beproevingen op mijn pad komen en ik krijg inzichten en vaardigheden als ik erom vraag. Vaak worden de dingen die ik nodig heb me ook aangereikt en waar ik me er voorheen nog over verwonderde, vertrouw ik er nu op dat het gebeurt en daar ben ik ook dankbaar voor. Dat is de hogere macht die me helpt bij mijn herstel, maar ik zie het ook als hulp bij persoonlijke groei.

Groeien is leven. Het fellowship helpt me clean te blijven en helpt me op weg als ik stagneer bij persoonlijke groei. De gesprekken die ik heb en de meetings geven met telkens hernieuwde inzicht. Het helpt me eraan te herinneren wat ik heb geleerd. Het geeft me innerlijke rust en zorgt ervoor dat de corrupte gedachtes weer gesnoeid worden. De eigenschappen van mijn hogere macht zijn dus dat ik er hulp aan kan vragen, dat het me beproevingen geeft, dat het me inzicht en vaardigheden geeft, dat ik dingen aangereikt krijg die ik nodig heb en dat het me innerlijke rust geeft. Het werkt het beste als ik er in geloof, om hulp vraag en dankbaar ben. Het is fijn leven als ik weet dat ik vrede kan hebben met hoe de toekomst uitpakt, ongeacht wat mijn verwachting is. Want hierdoor laat ik mijn verwachtingen los en is alles een cadeau. Het is niet meer het najagen van dingen die ik denk dat ik die moet hebben, want dan leef ik telkens in de toekomst en met onvrede over mijn huidige situatie. Het is veel fijner om te denken “en nu ga ik daarheen, en nu ga ik daarheen” in plaats van “hier wil ik niet zijn, en hier wil ik niet zijn”. Geluk zit hem ook vooral in de autonomie, dus in het luisteren naar mijn eigen ingevingen en zelf beslissen waar ik heen wil. Ik wil niet meer de slaaf zijn van mijn middel en dat gaat me redelijk goed af. Ook wil ik niet meer de slaaf zijn van mijn eigen gedrag, dus dwangmatig op mijn telefoon zitten, op Youtube zitten, porno kijken of gewoon doen wat ik denk dat er van mij verwacht wordt.

Ook wil ik niet meer gehinderd worden door gebrek aan inzicht of vaardigheden. Echte vrijheid heb ik als ik niet gedwongen of belemmerd wordt, als mijn impulsen niet gedwarsboomd worden, dat ik krijg wat ik wens en niet hoef te ervaren wat ik liever zou vermijden. Genieten van die vrijheid kan alleen als ik dit verdien door de beproevingen in het leven te doorstaan en er is geen beproeving waar ik nog niet klaar voor ben. Dus ik ben machteloos als ik een slaaf ben in actief gebruik en machtig als ik autonoom en vrij ben. Echter denk ik niet dat een hogere macht bewuste keuzes maakt, dus het is wel krachtig maar niet machtig. De zee is ook niet machtiger dan een boot, maar wel krachtiger. Hogere kracht zou een beter woord zijn. Net als zwaartekracht en niet zwaartemacht. Ik zie een Hogere kracht ook meer als een natuurwet, dus de interactie tussen mijzelf en de realiteit. Met hard werken, wilskracht en een sterk bewustzijn kan ik dus een realiteit creëren. Maar dat gaat niet ineens, het graviteert naar waar ik me op dat moment op focus. En dan ben ik aan het geloven.
ROY

ER IS ALTIJD HOOP

Op mijn dertiende rook en dronk ik al. Ik kreeg toen mijn eerste slok rosé – ik heb er nog een foto van – en dat triggerde me meteen. Het spul kwam in mijn lijf en vulde direct iets op dat ik miste. Ik kon het niet onder woorden brengen, maar zo wilde ik me altijd wel voelen. Het vulde een leegte op die ik sinds jong kind al voelde. Ik hoorde er nooit echt bij, dacht over heel andere dingen na dan mijn leeftijdsgenootjes. Ik had tijd en ruimte nodig om tot mezelf te komen, maar dat vond ik nergens. We waren thuis met z’n zevenen, dus de enige plekken waar ik alleen kon zijn waren de douchecel en het toilet. 

Dat tot mezelf komen, dacht ik in drank gevonden te hebben. Het is sociaal geaccepteerd en ik wilde erbij horen. Als je veel dronk, en zeker als je als vrouw mannen onder de tafel dronk, was je een heldin. Ik dacht dat ik daardoor gezien werd. Ik ben niet meteen dagelijks gaan drinken, maar keek er wel naar uit: feestjes, carnaval, de kroeg in. Ik ging altijd meteen los en werd dronken, hoe jong ik ook was. Ik vond dat ook spannend.

Het huis uit gezet
Ik gebruikte alcohol als zelfmedicatie: voelde me meer relaxt, hoorde erbij, werd er losser van. Het werd steeds moeilijker een avond of een week niet te drinken. Uiteindelijk werd de situatie thuis met mijn gezin onhoudbaar. Toen ik opmerkingen over mijn drankgebruik kreeg, ging ik stiekem drinken en liegen. Die verslaving zit op je schouder het middel naar je toe te douwen. Ik sprak eens af met een vriendin van vroeger. Zij vertelde over een slechte relatie met een alcoholist, ik zat daar gewoon aan mijn rosé en zei niks. Na afloop zou ik naar huis gaan, maar ik ging nog zitten pimpelen bij een vriend. Mijn gezin maakte zich zorgen, ik zou naar huis komen en pizza meenemen, maar ik drukte ze gewoon weg als ze belden. Het liet me koud. Toen moest ik het huis uit: ze wilden dit niet meer. Samen met een vriendin zocht ik de SolutionS kliniek uit.

“Ik had na 24 uur al een terugval te pakken”
In 2015 startte mijn behandeling, min of meer onder druk van de situatie omdat ik thuis anders niet welkom was. Dat bleek niet genoeg. Tuurlijk, als braafste meisje van de klas deed ik netjes overal aan mee en verprutste ik niks. De zaterdag dat ik thuiskwam, begon carnaval. Ik kwam thuis en het voelde niet alsof ze blij waren dat ik er weer was. Geen warmte of blijdschap. In de avond ging mijn gezin gewoon carnaval vieren. Zondagmiddag had ik de terugval al te pakken, binnen 24 uur! En dat terwijl ik zaterdagavond en zondagochtend nog naar meetings was gegaan. Maar ik wist het al: het overkwam me niet, ik had het gepland. De woensdag daarna werd ik suïcidaal. Dat was ik al vaak geweest, zeker na rode wijn. Ik slik antidepressiva, wat link is in combinatie met drank. Ik voelde me zielig, niemand snapte mij, ik was niet gelukkig. Ik stapte in de auto en wilde tegen een boom rijden. Mijn hogere macht greep in: de accu viel uit. Midden in de polder. De politie vond me en omdat mijn gezin me niet thuis wilde hebben en ik niet voor mezelf kon instaan, belandde ik die nacht in de cel. Dan denk je, dit was vast het moment van inzicht. Maar nee, voor mij niet.

 

Ik was onbetrouwbaar, kwam afspraken niet na, bleef manipuleren en ontkennen dat ik een probleem had. Het deed me niks als ze huilden. Mijn dochters beschreven hun dieptepunt in hun schadebrief: ik slikte pillen zodat ik niet meer kon drinken, en nam hen en een vriendinnetje mee shoppen. Terwijl zij winkelden, ging ik flink zitten pimpelen. Echt onbegrensd. Ik belde zelfs mijn beste vriendin om te vertellen hoe goed het met me ging. Na de lunch hadden mijn kids al gezien dat ik gedronken had, maar uit schaamte zeiden zij niks. Ik reed gewoon terug. Mijn navigatie zei ‘ga rechts’ en ik gooide meteen het stuur naar rechts: toevallig reed ik daardoor een klein weggetje in. Weer greep mijn hogere macht in. Mijn dochter nam de sleutels in en belde haar vader. Ik was niet onder de indruk, want ik was alweer bezig met het six pack die ik in de tuinkast had verstopt.

Rock bottom
Mijn man en ik gingen uit elkaar en ik kreeg een eigen huis. Het hek was van de dam. Op een bepaald moment paste ik op de boerderij van vrienden, en ik herinner me dat ik naar de oude balken in het dak keek en dacht; als ik daar nou eens een touw om knoop? Daar schrok ik zo van, dat ik familie inseinde. Niemand reageerde. Mijn ex vond dat ik mijn huidige vriend moest bellen. De hulp kwam niet op gang en ik was zo bang, dat ik 112 belde. Ik zat in de kou, in mijn pyjama, op de dijk. Onderkoeld, in paniek. De ambulancebroeders zetten mij binnen, met thee, tot mijn vriend kwam. Dit was voor mij de wake up call. Ik zakte nog één keer flink door op zondag, en stopte op maandag definitief met drinken. Dankzij alle tools die ik in de kliniek gekregen heb en de meetings die ik bezoek, is dat moment nu bijna 2.5 jaar geleden. Dit keer deed ik het voor mezelf, en dat werkt! Stap 1 van de 12 stappen houdt niet voor niks in dat je moet erkennen dat je een probleem hebt.

“Je bent niet verantwoordelijk voor de ziekte, maar wel voor je herstel”
Ik ben volledig abstinent, want ik weet dat ik gevoelig ben voor dingen waarin ik me kan verliezen. Een rumboon zou al teveel zijn. Ik slik een aantal medicijnen en heb de artsen aangegeven dat ik verslaafd ben. Dat risico wil ik niet lopen. Ik zou alles ermee weggooien: contact met mijn kinderen, mijn nieuwe vrienden, mijn fijne nieuwe leven. Mijn jongste dochter wilde me een tijd niet zien, nu woont ze inmiddels bij mij. Mijn lieve vriend en dochters hebben weer vertrouwen, hoe mooi is dat? Sorry zeggen werkt niet meer, dat hebben ze al zo vaak gehoord. Ik kan nooit meer goed maken wat ik gedaan heb, maar wel clean blijven nu.

Verslaving is een hersenziekte. Je bent niet verantwoordelijk voor die ziekte, maar wel voor je herstel. Sla jezelf dus niet, het is geen morele tekortkoming! Ik kan nu de leegte die ik voel opvullen met vrijheid. Ik doe weer mee. Door de fellowship en meetings hoor ik ergens bij, je wordt altijd warm ontvangen en gesteund. Ik zeg niet ‘ik mag nooit meer drinken’, maar vandaag drink ik niet.

Houd hoop
Verslaving moet uit de taboesfeer getrokken worden. Een verslaafde is geen junk onder een brug, hij kan zomaar iemand in je naaste omgeving zijn. Laten we stoppen verslaafden te straffen. Iets in je brein zet je tot gedachten en patronen, en straffen werkt averechts. Als we meer oog voor elkaar hebben, meer begrip, dringen we beter tot de verslaafde door. Verslaving is een zaak van leven en dood, een chronische, progressieve, dodelijke ziekte. We kunnen meer mensen bereiken door meer betrokken te zijn.

Wat ik iedereen wil meegeven: er is altijd hoop! Hoe uitzichtloos je situatie ook is, er is altijd hoop op betere tijden. Zoek hulp. Vraag om hulp. Dat is het aller moeilijkst, dat vind ik nog steeds, maar ik doe het. Je kunt het niet alleen. Hou vol.                Als we de helft van de energie die we in ons middel staken, stoppen in ons herstel, dan kom je er!

Dorine (53)